Top

Artritis en dieet

Leefstijlgeneeskunde / Artritis en dieet

Dieet: de enige hoop voor artritis

Dit artikel is een vertaling van het artikel geschreven door dr. John Mcdougall.  U kunt het originele artikel hier vinden. Het artikel is vertaald door Nicolet Mijnssen Meertens.

Een tandarts schrijft: “In april van 1994 heb ik u kort ontmoet bij de jaarlijkse vergadering van de Michigan Dental Association in Grand Rapids. Tijdens dit congres heb ik u een vraag gesteld over mijn vierjarige zoon die juveniele chronische artritis heeft. Bryan nam dagelijks 35 mg prednison (een medicijn met erg veel bijwerkingen) en 1200 mg Advil. Hij had zoveel pijn dat hij dag en nacht gilde en huilde. In een jaar tijd had hij gewicht verloren en was hij geen centimeter gegroeid. Bloedonderzoek wees op een bezinkingssnelheid van meer dan 40 (dit is een maat voor hoeveel ontsteking er is en moet onder de 5 zijn). Door de suggesties die u me die dag deed heb ik alle dierlijke producten uit zijn dieet verwijderd, alsmede  de bewerkte koolhydraten.”

“Binnen zes maanden was Bryan van al zijn medicijnen af. Hij had geen pijn meer, kwam aan en groeide weer. De uitslag van zijn vorige bloedonderzoek was geweldig, met een bezinkingssnelheid van 1 – is het niet ongelooflijk!”

Zo erg kan het worden. Maar voor miljoenen mensen is artritis veel subtieler. Marvin Burk (de man van Louise-Louise werkt op het kantoor van het McDougall Health Center) kon bijna niet uit zijn stoel omhoogkomen. Hij moest dan wijdbeens lopen tot hij halverwege de kamer genoeg opgewarmd was om zijn gewrichten te kunnen bewegen. Zijn handen waren zo stijf dat dat hij zijn gereedschap niet kon gebruiken, en hij liet vaak dingen vallen. Hij vond dat een man van 65 niet zo invalide zou moeten zijn en besloot dat hij al het nodige zou doen om beter te worden. Hij veranderde zijn dieet acht jaar geleden, met onmiddellijke en dramatische resultaten. Nu schiet hij op uit zijn stoel, loopt zonder stijf te zijn of pijn te hebben, en kan zonder problemen zijn gereedschap gebruiken. Velen van ons zullen Marvins moeilijkheden herkennen.

Aandoeningen van de spieren en gewrichten

Ziektes die te maken hebben met de spieren en de botten komen regelmatig voor. Ze treffen mensen van alle leeftijden, maar komen vaker voor naar mate de leeftijd stijgt. Overheidsenquêtes geven aan dat in de Verenigde Staten circa 33% van de volwassenen momenteel lijdt aan hinderlijke artritis met als symptomen zwelling, beperking van beweging, of pijn. Ongeveer de helft van alle mensen ouder dan 65 jaar maken melding van artritis. De meest getroffen lichaamsdelen zijn de nek, onderrug, heup en schouder.

Artritis betekent het ontstoken zijn van een gewricht – niet meer, niet minder. Het feit dat iemand artritis heeft zegt niets over de oorzaak of remedie. Gewrichten kunnen ontstoken zijn als gevolg van een verwonding, zoals struikelen en een enkel verzwikken. Dat heet traumatische artritis. Gewrichten kunnen geïnfecteerd zijn met bacteriën, met als resultaat bacteriële artritis. Urinezuur kristallen kunnen zich ophopen in de gewrichten en veroorzaken daar jichtige artritis. De oorzaken van alle drie van deze vormen van artritis zijn bekend en als de oorzaken worden gestopt, genezen de gewrichten. Jammer genoeg wordt van de meeste vormen van artritis door artsen gezegd dat er “geen bekende oorzaak” is. En of ze het nou willen toegeven of niet, er is ook geen genezing te vinden in de moderne geneesmiddelentherapie.

Degeneratieve en Inflammatoire artritis

Artritis met “geen bekende oorzaak” kan verdeeld worden in twee brede categorieën: degeneratieve artritis en inflammatoire artritis. Degeneratieve artritis houdt meestal een aandoening in die bekendstaat als osteoartritis. Dit is de meest voorkomende artritis in ontwikkelde landen en meer dan 70% van mensen van 65 jaar en ouder heeft deze vorm van artritis in de handen. Deze ziekte is echter relatief zeldzaam in Afrikaanse en Aziatische landen, waar mensen fysieke arbeid moeten leveren om te kunnen overleven (Br J Rheumatol 24:321, 1985). Hoe kan dat nou zo zijn ? Er wordt gezegd dat osteoartritis veroorzaakt wordt door slijtage van de gewrichten. Hoe kan het dan minder voorkomen onder hard werkende mensen uit ontwikkelingslanden? En dit verklaart ook niet waarom de handen van vrouwen, die vaak geen zwaar werk verrichten, regelmatig met de leeftijd verdraaid en misvormd raken.

 

Inflammatoire artritis

De inflammatoire vormen van artritis bestaan uit juveniele reumatoïde artritis, reumatoïde artritis, psoriatrische artritis, lupus en spondylitis ankylopoetica. Deze agressieve ziekten tasten minder dan 5% van de huidige bevolking van de Verenigde Staten aan. Het verdelen van deze inflammatoire ziekten in verschillende namen, zoals reumatoïde of lupus levert de patiënt geen verdere voordelen op, omdat het niet leidt tot een beter begrip van de oorzaak van de ontsteking, of tot de succesvolle behandeling van de ziekte.

Mensen die de diagnose krijgen van degeneratieve artritis (osteoartritis) hebben een ontsteking in hun gewrichten naast de al lang bestaande schade (degeneratie). Deze ontsteking kan vaak gestopt worden met een verandering van dieet en de zwelling, pijn en stijfheid worden verminderd. Wat in beide vormen van artritis niet zal veranderen is de permanente schade, veroorzaakt door jaren van ziekte, die misvorming, stijfheid en pijn achterlaat. Om te begrijpen hoe de meeste mensen met artritis geholpen kunnen worden met een gezond dieet, zal ik me richten op de meer agressieve inflammatoire vormen van artritis.

Hoop voor Degenen die Lijden aan Artritis

Artritis is niet een genetische ziekte en ook niet een onvermijdbaar deel van het ouder worden. Er zijn oorzaken voor deze aandoeningen van de gewrichten, en ze liggen in onze omgeving.  Het nauwste contact met onze omgeving hebben we door middel van onze voeding. Sommige onderzoekers geloven dat dat reumatoïde artritis voor 1800 nergens op de wereld voorkwam (Arthritis Reum 34:248, 1991). Het is goed gedocumenteerd dat deze vormen van artritis ooit zeldzaam tot niet bestaand waren onder de plattelandsbevolking van Azië en Afrika (Chung Hua Nei Ko Tsa Chih 34:79, 1995; Artritis Rheum 34:248, 1991). Zo recent als 1957 kon er in Afrika geen geval van reumatoïde artritis worden gevonden. Dat was een tijd waarin de mensen in Afrika diëten volgden die gebaseerd waren op granen en groente.

Deze eens onbekende gewrichtsziekten worden nu gewoner naar mate mensen migreren naar rijkere landen of verhuizen naar de grote steden in hun geboortelanden. Met deze veranderingen verlaten ze hun traditionele diëten van granen en groente voor vlees, zuivelproducten en sterk bewerkte voedingsmiddelen (J Rheumatol 19:2, 1992; Ann Rheum Dis 49:400, 1991). Hoewel onbekend in Afrika voor 1960, komt lupus in de Verenigde Staten het meest voor bij Amerikanen van Afrikaanse afkomst (J Am Med Women’s Assoc 1998;53(1):9-12). De processen waardoor een ongezond dieet inflammatoire artritis veroorzaakt zijn ingewikkeld en relatief onbekend, maar ze hebben te maken met onze darmen en ons immuunsysteem.

Darmen en Immuunsysteem

Toegenomen darmdoorlaatbaarheid

De darm vormt een effectieve barrière die de inhoud van de darm apart houdt en uitsluit van de binnenkant van het lichaam. Slechts een enkele laag scheidt het individu van enorme hoeveelheden antigenen (vreemde eiwitten) die zowel van het dieet als van bacteriën afkomstig zijn. Het darmslijmvlies absorbeert en verteert voedingstoffen, en verandert grote complexe moleculen in kleine eenvoudige. Normaliter kunnen alleen de kleine moleculen de darmwand passeren, terwijl de grote, die als antigenen een immuunreactie kunnen veroorzaken, slechts beperkt kunnen passeren. Infecties en gifstoffen kunnen openingen veroorzaken in deze barrière en ervoor zorgen dat grote moleculen het bloed in kunnen komen. Deze toestand van toegenomen darmdoorlaatbaarheid wordt “lekkende darm” (“leaky gut”) genoemd. Patiënten met inflammatoire artritis blijken ontsteking van het darmkanaal te hebben, met als resultaat toegenomen doorlaatbaarheid (Baillieres Clin Rheumatol 10:147, 1996).

Het grootste gedeelte van het lymfeweefsel in het lichaam is betrokken bij de darm. Dit weefsel beschermt het lichaam tegen antigenen die toch door de darmbarrière zien te komen. Helaas kan een ongezond dieet – te hoog in vet, cholesterol en dierlijk eiwit – het vermogen van het lymfeweefsel om binnendringende antigenen, die door de darmwand zijn weten te komen, te vernietigen, in gevaar brengen.

Het is bekend dat vasten de darmdoorlaatbaarheid vermindert, en dus de darm “minder lekkend” maakt. Dit zou een van de redenen kunnen zijn dat  aangetoond is dat vasten voor patiënten met reumatoïde artritis dramatisch veel baat heeft (Scand JRheumatol 1982; 11(1): 33-38). Wanneer patiënten na het vasten terugkeren naar een dieet met zuivelproducten, wordt de darm meer doorlaatbaar en keert de artritis terug. Een ongezond dieet dat zuivel en andere dierlijke producten bevat veroorzaakt ontsteking van de oppervlakken van de darm en vergroot daardoor de doorgang van antigenen afkomstig van het dieet en/of van bacteriën (Br J Rheumatol 33:638, 1994). Gebleken is dat een veganistisch dieet (één zonder dierlijke producten) de fecale microbiële flora in patiënten die lijden aan reumatoïde artritis, verandert, en deze veranderingen in de fecale flora houden verband met verbetering wat betreft de activiteit van de artritis (Br J Rheumatol 36:64, 1997).

Het is nodig dat het dieet niet alleen vrij is van dierlijke producten, maar ook vetarm is voor maximale voordelen. Vet in het dieet heeft een toxisch effect op de darmen van proefdieren met letsel als gevolg dat de doorlaatbaarheid van de darm vergroot en zo meer antigenen het lichaam binnen laat komen (Pediatr Res 33:543, 1993). Het voeren van een dieet met een hoog cholesterol gehalte aan jonge dieren doet ook hun “lekkende darm” toenemen (J Pediatr Gastroenterol Nutr 9:98, 1989; Pediatr Res 21:347, 1987). Die veganistische diëten die artritis patiënten niet hebben kunnen helpen, hadden een hoog gehalte plantaardige oliën, waarvan bekend is dat die de integriteit van de darm beschadigen.

Een gevaarlijke paradox in het behandelen van artritis is dat de geneesmiddelen die het meest gebruikt worden om artritis te behandelen, gifstoffen zijn voor deze darmbarrière. De meest gebruikte niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (zoals Advil, Motrin, Naprosyn, etc), behalve aspirine en nabumeton (Relafen), worden geassocieerd met toegenomen darmdoorlaatbaarheid bij mensen. Hoewel die op de korte termijn omkeerbaar is, kan het maanden duren om de barrière te verbeteren na langdurig gebruik (Baillieres Clin Rheumatol 10:165, 1996).

 

Vreemde eiwitten in het lichaam

Door de “lekkende darm” komende vreemde eiwitten van voedsel en bacteriën in de bloedbaan terecht. De voedseleiwitten worden door het lichaam herkend als “niet eigen” – als iets schadelijks, net zoals het de eiwitten van virussen, parasieten en bacteriën herkent als vreemd. Dan maakt het antilichamen tegen deze indringers. Verhoogde waarden van antilichamen tegen darmbacteriën en tegen voedsel zijn in verscheidene vormen van inflammatoire artritis (Rheumatol Int 1997, 17(1): 11-16; Clin Chim Acta 203: 153, 1991).

 

 Antigeen-antilichaamcomplexen

Een “lekkende darm” kan leiden tot de vorming van grote complexen, bestaande uit antilichamen en het vreemde eiwit (antigenen) in het bloed (Curr Opin Rheumatol 10:58, 1998; Ann Prog Clin Immunol 4:63, 1980). Het gezonde lichaam heeft mechanismes die deze grote complexen gemakkelijk verwijderen uit het bloed. Bij sommige mensen kunnen deze complexen echter overleven, omdat ze  te snel worden gevormd voor complete verwijdering en/of omdat de verwijderingsmechanismes ontoereikend zijn om de last aan te kunnen. De hardnekkige complexen worden er dan uit gefilterd door de kleinste capillairen van het lichaam die zich bevinden in de gewrichten, de huid en de nieren. Eenmaal vast in de capillairen veroorzaken deze complexen een ontstekingsreactie, zoals een houtsplinter die vastzit in de huid.

 

 Moleculaire mimiek

Een ander traject van de vreemde eiwitten is dat ze kunnen zorgen dat het lichaam antilichamen aanmaakt die niet uitsluitend specifiek zijn voor dat vreemde eiwit, maar ook inwerken op soortgelijke menselijke eiwitten. Dit mechanisme staat bekend als moleculaire mimiek. Het lichaam valt zichzelf aan en de ziekten die hier het gevolg van zijn worden aangeduid als autoimmuunziekten. Reumatoïde artritis, lupus, psoriatrische artritis, spondylitis ankylopoetica en de andere inflammatoire vormen van artritis zijn autoimmuunziekten.

 Moleculaire mimiek in reumatoïde artritis is vastgesteld met koemelk. Volgens één analyse waren de aminozuurresiduen 141-175 van bovine albumin in essentie hetzelfde als de aminozuren die zich bevinden in menselijk collageen in de gewrichten (Clin Chim Acta 203:153, 1991). De antilichamen die zijn samengesteld om de vreemde koemelkeiwitten aan te vallen, vallen uiteindelijk de weefsels van de gewrichten aan vanwege de gedeelde aminozuursequenties van het kraakbeen en de melkeiwitten, op de aanval waarvan het antilichaam gericht is.

 

 Het afweersysteem

Een gezond dieet staat het afweersysteem toe om op volle capaciteit zijn werk te doen en zo antigenen die het systeem binnenkomen te verwijderen en immuuncomplexen uit het bloed te verwijderen. Van componenten van het rijke Amerikaanse dieet is bekend dat ze zijn functie aantasten. Plantaardige oliën, inclusief die van de omega-3 en omega-6 soorten, zijn in het bijzonder sterke onderdrukkers van het immuunsysteem. Deze immuunonderdrukkende eigenschap van oliën (bijvoorbeeld visolie en teunisbloemolie) is gebruikt om de pijn en de ontsteking van artritis te onderdrukken, maar net zoals bij veel geneesmiddelentherapieën is het uiteindelijke resultaat waarschijnlijk niet het beste voor de patiënt. Het onderdrukken van het immuunsysteem weerhoudt het ervan zijn taak uit te voeren, die bestaat uit het verwijderen van binnendringende vreemde eiwitten. Van diëten met een laag vetgehalte is gebleken dat ze de ontwikkeling vertragen van autoimmuunziekten zoals lupus en reumatoïde artritis, in proefdieren (Ann Rheum Dis 48:765, 1989).

Een gezond dieet zorgt ook voor antioxidanten en andere fytochemicaliën die de gewrichten sterk houden en schade repareren (Am J Clin Nutr 53(1 Suppl):362S, 1991). Studies op dieren hebben laten zien dat het voedsel dat geconsumeerd wordt in het rijke Amerikaanse dieet niet in staat is om voldoende antioxidanten te leveren om de beschadigende vrije radicalen te vernietigen die zich vormen in de weefsels van de gewrichten (J Orthop Res 8:731, 1990).

Het behandelen van artritis met dieet werd modieus in de jaren twintig van de vorige eeuw, en veel studies van de afgelopen twintig jaar hebben aangetoond dat een gezond dieet, één dat heel anders is dan het typische Amerikaanse dieet, voor veel mensen een erg effectieve behandeling van inflammatoire artritis kan zijn.

In 1979 liet Skoldstam 16 patiënten met reumatoïde artritis 7-10 dagen lang vasten met fruit-en groentesap, gevolgd door een lacto-vegetarisch dieet gedurende 9 weken. Een derde van de patiënten verbeterde tijdens het vasten, maar allen verslechterden toen de melkproducten werden geherintroduceerd (een lacto-vegetarisch dieet) (Scan J Rheumatol 8:249, 1979)

In 1980 rapporteerde Hicklin klinische verbetering in 24 van 72 reumatoïde patiënten die een eliminatie dieet volgden. Er werden voedselovergevoeligheden gerapporteerd voor: granen in 14, melk in 4, noten in 8, rundvlees in 4, kaas in 7, eieren in 5, en een elk voor kip, vis, aardappelen en lever (Clin Allergy 10:463, 1980).

In 1980 bracht Stroud verslag uit over 44 patiënten met reumatoïde artritis die behandeld werden met het elimineren van voedsel en het vermijden van chemicaliën. Ze werden toen op de proef gesteld met verschillende soorten voedsel. Graan, maïs en rundvlees waren de grootste boosdoeners (Clin Res 28:791A, 1980).

In 1981 beschreef Parke een 38 jarige moeder die al 11 jaar leed aan progressieve erosieve seronegatieve reumatoïde artritis en die herstelde van haar ziekte, waarbij ze weer volledig mobiel werd, door te stoppen met het consumeren van alle zuivelproducten. Ze werd toen in het ziekenhuis opgenomen en verspreid over drie dagen op de proef gesteld met drie pond kaas (1361g) en zeven pints melk (3.3l). Binnen 24 uur was er een uitgesproken verslechtering van de artritis van de patiënt (BMJ 282:2027, 1981).

In 1982 bestudeerde Sundqvist de invloed van vasten met dagelijks drie liter fruit-en groentesap en van een lacto-vegetarisch dieet op de darmdoorlaatbaarheid in vijf patiënten met reumatoïde artritis. Darmdoorlaatbaarheid nam af na het vasten, maar nam weer toe tijdens een daaropvolgend lacto-vegetarisch dieetpatroon (zuivelproducten en groente). Tezelfdertijd leek de ziekte activiteit eerst af te nemen en toen weer toe te nemen. De auteurs concluderen, “De resultaten geven aan dat vasten, in tegenstelling tot een lacto-vegetarisch dieet, de ziekte activiteit kan verbeteren en zowel de darm-als niet-darmdoorlaatbaarheid kan verminderen”. (Scand J Rheumatol 11:33, 1982)

In 1983 bestudeerde Lithell twintig patiënten met artritis en verschillende huidziekten in een metabool laboratorium tijdens een periode van twee weken op een gemodificeerde vast met vegetarische bouillon en dranken, gevolgd door een periode van drie weken op een veganistisch dieet (geen dierlijke producten). Tijdens het vasten waren de gewrichtspijnen minder intens bij veel van de proefpersonen. In het geval van sommige huidziekten (pustulosis palmaris et plantaris en atopisch eczeem) kon er een verbetering worden vastgesteld tijdens het vasten. Tijdens de periode van het veganistische dieet kwamen zowel tekenen als symptomen terug in de meeste patiënten, met uitzondering van sommige patiënten met psoriasis die een verbetering doormaakten. Het veganistische dieet had een zeer hoog vetgehalte (42% vet) (Acta Derm Venereol 63:397, 1983).

In 1984 beschreef Kroker 43 patiënten van drie ziekenhuizen die een week lang vastten met water, en in het algemeen ging het significant beter met de groep tijdens het vasten. Van de 31 patiënten die geëvalueerd werden, hadden er 25 “behoorlijke” tot “uitstekende” reacties en zes ervan hadden een “slechte” reactie. Diegenen die verder gevorderde artritis hadden, hadden de slechte reactie (Clin Ecol 2:137, 1984)

In 1985 verwijderde Ratner alle zuivelprodukten van patiënten die seronegatieve reumatoïde artritis hadden, 7 van de 15 gingen in remissie toen ze overstapten op een melkvrij dieet (Isr J Med Sci 21 : 532, 1985).

In 1986 beschreef Panush een proef met melk op een 52 jarige blanke vrouw die al 11 jaar actieve ziekte had met verergeringen die te maken zouden hebben met vlees, melk en bonen. Na drie dagen vasten of twee dagen Vivonex was er ‘s morgens geen stijfheid meer of opgezwollen gewrichten. Proeven met koemelk (geblindeerd via een capsule) brachten al haar pijn, zwellingen en stijfheid terug (Arthritis Rheum 29:220, 1986).

In 1986 publiceerde Darlington een zes weken durende, placebo gecontroleerde, enkelblinde studie van 48 patiënten. 41 Patiënten wezen voedsel aan dat voor symptomen zorgde. Granen zoals maïs en tarwe veroorzaakten symptomen in meer dan 50% van de patiënten (Lancet 1:236, 1986).

In 1986 deed Hanglow onderzoek dat bestond uit het vergelijken van de artritis veroorzakende eigenschappen van koemelk, ei-eiwit en sojamelk in proefdieren. Het voedingsschema dat bestond uit 12 weken koemelk veroorzaakte de hoogste frequentie van significante gewrichtsletsels. Ei-eiwit was minder artritis veroorzakend dan koemelk, en sojamelk veroorzaakte geen reactie (Int Arch Allergy Appl Immunol 80:192, 1986).

In 1987 bracht Wojtulewski verslag uit van 41 patiënten met reumatoïde artritis die gedurende vier weken behandeld waren met een eliminatiedieet. 23 Van hen zagen verbetering (Food allergy and intolerance. London: Bailliere Tindall 723, 1987).

In 1988 zette Beri 14 patienten met reumatoïde artritis op een dieet vrij van peulvruchten, granen, melk en niet-vegetarische bronnen van eiwit. Tien van hen (71%) lieten significante klinische verbetering zien. Slechts drie patiënten (11%) hielden zich tien maanden lang aan het dieet (Ann Rheum Dis 47:69, 1988).

In 1988 liet Hafstrom 14 patienten slechts een week vasten met water. Tijdens het vasten verminderden de duur van de ochtendstijfheid en het aantal en grootte van opgezwollen gewrichten in alle 14 patiënten. Er werden geen nadelige gevolgen van het vasten gezien, behalve voorbijgaande zwakheid en duizeligheid. De auteurs beschouwen vasten als een mogelijke manier om snelle verbetering in reumatoide artritis tot stand te brengen (Arthritis Rheum 31:585, 1988).

In 1991 liet Kjeldsen-Kragh 27 patienten op een gewijzigde manier vasten, met groentebouillon, gevolgd door een veganistisch dieet, en dan een lacto-ovovegetarisch dieet. Objectieve en subjectieve parameters van hun ziekte lieten een significante verbetering zien (Lancet 2:899, 1991). Uit een vervolgonderzoek na twee jaar bleek dat alle dieetresponders nog steeds het dieet volgden, maar slechts de helft van de non-responders. Dit geeft verder aan dat een groep patiënten met reumatoïde artritis voordeel heeft van het wijzigen van het dieet en dat de verbetering gedurende een periode van twee jaar kan voortduren (Clin Rheumatol 13:475, 1994). Patiënten die in de dieetgroep afhaakten met opnieuw opvlammende artritis verlieten het onderzoek vooral toen het lactovegetarische dieet (zuivelprodukten) werd geïntroduceerd (Lancet 338: 1209, 1991).

In 1991 bracht Darlington verslag uit van 100 patiënten die in de voorgaande tien jaar een therapie hadden ondergaan die bestond uit dieetwijzigingen. Een derde van hen was tot 7.5 jaar na het beginnen van de therapie nog steeds gezond en had de artritis onder controle met alleen dieet, zonder medicatie. Ze vonden dat de meeste patiënten reageerden op granen en zuivelprodukten (Lancet 338: 1209, 1991).

In 1991 liet Skoldstam 15 patiënten 7 tot 10 dagen vasten. Bijna alle patiënten vertoonden opmerkelijke verbetering. Veel patiënten voelden hun pijn en stijfheid terugkeren de dag nadat ze weer “normaal” waren gaan eten en na een week was alle vooruitgang verdwenen (Rheum Dis Clin North Am 17:363, 1991).

In 1992 bracht Sheignalet verslag uit van 46 volwassenen met reumatoïde artritis die zuivelprodukten en granen hadden verwijderd uit hun dieet. Zesendertig patiënten (78%) reageerden gunstig met 17 die duidelijke verbetering vertoonden en 19 die één tot vijf jaar in volledige remissie waren. Acht van deze 19 stopten met alle medicatie, zonder verslechtering. In 32 patiënten verschenen de positieve voordelen vóór het einde van de derde maand (Lancet 339:68, 1992).

In 1992 liet van de Laar de voordelen zien van een hypo-allergeen, kunstmatig dieet bij zes reumatoïde patiënten. Placebogecontroleerd hertesten liet in vier patiënten intolerantie zien voor specifieke voedingsmiddelen. In twee patiënten liet een biopsie van de gewrichten specifieke (IgE) antistoffen zien tegen bepaald voedsel (Ann Rheum Dis 51:303, 1992).

In 1992 bracht Shigemasa verslag uit over een 16-jarig meisje met lupus dat overgeschakeld was op een puur vegetarisch dieet (geen dierlijk voedsel) en zonder toestemming van haar arts was gestopt met steroïden nemen. Nadat ze met het dieet was begonnen daalden haar antilichaam titers (een afspiegeling van ziekte activiteit) naar normale waarden en verbeterde haar nierziekte (Lancet 339:1177, 1992).

In 1995 liet Kavanaghi zien dat een elementair dieet (wat een hypoallergeen eiwitvrij kunstmatig dieet is, bestaande uit essentiële aminozuren, glucose, sporenelementen en vitamines) bij 24 patiënten met reumatoïde artritis hun kracht en artritische symptomen verbeterde. Het herintroduceren van voedsel bracht de oude symptomen weer terug (Br J Rheumatol 34:270, 1995).

In 1998 testte Nenonen de effecten van een ongekookt veganistisch dieet, rijk in lactobacillen, op reumatoïde patiënten die willekeurig opgesplitst waren in een dieet-en een controlegroep. De interventiegroep ervoer subjectieve verlichting van reumatische symptomen tijdens de interventie. Een terugkeer naar een omnivoor dieet verergerde de symptomen. De resultaten toonden aan dat een ongekookt veganistisch dieet, rijk in lactobacillen, subjectieve symptomen van reumatoïde artritis verminderde (Br J Rheumatol 37:274, 1998).

 

Het Gaat om het Gehele Dieet

Het belang van het totale dieet kan niet genoeg worden benadrukt. De juiste voedingsmiddelen houdt de intestinale barrières sterk en het immuunsysteem in optimale conditie. Deze voedingsmiddelen zijn intacte zetmelen, groente en fruit. Naast het vrij zijn van dierlijke producten, moet het dieet vetarm zijn –  vermijd plantaardige olie (zelfs olijfolie, maïs-, saffloer- en lijnzaadolie) en dierlijk vet. Eet ook met mate avocado, noten, tahin, pindakaas etc. Wanneer het gaat om het beschuldigen van individuele voedingsmiddelen, lijken zuivelproducten het meest problematisch te zijn en de meest voorkomende en ernstigste reacties te veroorzaken. Veel verslagen geven aan dat gluten en mais ook symptomen kunnen verergeren. Het lijkt waar te zijn dat bijna elk voedingsmiddel problemen kan veroorzaken, maar weinig mensen reageren op onbewerkt plantaardige voedingsmiddelen.

Mijn ervaring en dit onderzoek hebben mij ertoe geleid om de afgelopen 22 jaar een op zetmeel gebaseerd dieet voor te schrijven met de toevoeging van fruit en groente (laag in vet en vrij van alle dierlijke en bewerkte producten). Als er niet binnen twee weken verbetering wordt gezien, beveel ik aan dat graan en maïs verwijderd worden. De laatste stap is het volgen van een eliminatiedieet, gebaseerd op de voedingsmiddelen die het minst geneigd zijn om problemen te veroorzaken, zoals zoete aardappelen en bruine rijst, met toevoeging van fruit (m.u.v. citrusvruchten) en groene en gele groente. Alles volledig gekookt. Water is het enige wat mensen mogen drinken. Als er verbetering plaatsvindt (meestal binnen 1 tot 2 weken), dan worden voedingsmiddelen een voor een weer toegevoegd om te zien of er een negatieve reactie plaatsvindt. Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen moeten stopgezet worden, en indien nodig vervangen worden door aspirine of nabumeton (Relafen). Andere medicaties worden verminderd en/of stopgezet naar mate de symptomen verbeteren (let op! Dit is een vertaling van het artikel van dr. Mcdougall. Verminder alleen je medicatie in overleg met je eigen arts). Ik heb juist een onderzoek afgesloten van 28 patiënten met reumatoïde artritis waarbij het McDougall Dieet werd gebruikt (inclusief maïs en graan) en de resultaten waren opmerkelijk. Een complete publicatie zal deze herfst verschijnen.

Voordelen voor het Gehele Lichaam

Het is geen toeval dat hetzelfde dieet dat de gewrichten gezond houdt ook de rest van het lichaam gezond houdt. Diane uit Walnut Creek schreef mij vorig jaar. “Ik had wat ik alleen maar een ellendig leven kan noemen, tot ongeveer vijf jaar geleden. Niets leek goed te gaan bij mij. Eind 1991 kreeg ik een diagnose van wervelkanaalvernauwing en degeneratieve artritis. Ik werd blijvend invalide verklaard en verliet mijn baan als journalist bij een dagkrant. Mijn therapeut gaf me een geweldig kado – ze stelde voor dat ik uw programma zou proberen. Eerst haalde ik mijn schouders op over haar suggestie. Ik bezwoer dat ik toch al goed at: alleen zuivel en schaaldieren en wit vlees. Maar! Ze zette me niet verder onder druk, en wachtte wijselijk tot ik over het idee had nagedacht. Ik wachtte twee jaar. Toen, twee jaar geleden, stelde ze weer uw programma voor. Ik zei haar dat ik niet geloofde dat het zou werken, maar stemde erin toe om het twee maanden te proberen. Ik was mijn hele leven al te zwaar, veel te zwaar, wel 100 pond – het dragen van al dat gewicht veroorzaakte veel slijtage aan mijn gewrichten. Dat was twee jaar geleden, en ik ben voor m’n leven bekeerd.”

“Natuurlijk gebeurde er wat u voorspelde: Mijn migraines verdwenen volledig; mijn gewrichten zwollen niet meer op; ik kon gemakkelijk slapen; ik had geen enkele problemen met mijn spijsvertering; en ik begon gewicht te verliezen. Zoals u waarschijnlijk weet, was dat een stuk gemakkelijker dan ik dacht dat het zou zijn. Voordat ik met het McDougall plan begon, was ik langzaam aan het afvallen. Erna was het gewichtsverlies dramatisch. Na ongeveer zes maanden begonnen mensen het op te merken en commentaar erop te leveren. Ze zeiden steeds dingen zoals ‘je ziet er tien jaar jonger uit’ , of, meestal, ‘Je ziet er geweldig uit. Wat heb je gedaan?’ Ik neem niet langer de ontstekingsremmende en pijnstillende geneesmiddelen die ik nam voor de McDougall manier. Mijn knie en onderrug zijn vrijwel pijnloos. Welnu, wat ik heb ontdekt is dat niemand gelooft dat het zo simpel kan zijn als aandachtig zijn met eten,  en sporten. Ze willen allemaal wat tovenarij of een pil”

Dr. John McDougall