Op 1 januari 2016 waren er in Nederland 559.200 personen met kanker: 265.100 mannen en 294.000 vrouwen.2 In 2017 werden in Nederland ongeveer 109.700 nieuwe gevallen van kanker vastgesteld: 57.000 bij mannen en 52.700 bij vrouwen (6,7 per 1.000 mannen en 6,1 per 1.000 vrouwen).1
Hieronder in de tabel kun je zien dat sterfte aan kanker in de afgelopen 40 jaar is toegenomen ondanks al het onderzoek naar medicijnen dat is gedaan. Het wordt tijd om te kijken of er andere manieren beschikbaar zijn die het aantal kankergevallen kan doen afnemen en dit ook mee te nemen in de preventie en behandeling van kanker. Vooral als je kijkt naar het effect van chemokuur op de meeste solide tumoren. Vaak moeten er heel veel patiënten behandeld worden zodat èèn patiënt daarvan iets langer leeft. De auteurs van een Australisch meta-analyse, alle drie oncoloog van beroep, vonden dat de bijdrage van chemotherapie aan de 5-jaars overleving van de meest voorkomende solide tumoren bij volwassenen 2,3 procent was in Australië en 2,1 procent in de VS.3 Dit zijn absolute getallen. Vaak worden relatieve risico´s gegeven. Als je bijvoorbeeld 4% kans hebt om te overlijden, en na chemotherapie wordt deze kans 2%, dan heb je dus 50% minder kans om te overlijden. Als je het relatieve risico gebruikt dan kan je patiënten vertellen dat als ze chemotherapie starten, er 50% minder kans is om te overlijden! Dat klinkt interessant. Als je echter vertelt dat dit inhoudt dat je maar 2% minder kans hebt om te overlijden, is het voor vele ineens minder interessant. Er zitten veel bijwerkingen aan chemotherapie, mensen voelen zich ziek en moeten vaak in de buurt van een goed ziekenhuis blijven omdat hun weerstand is verlaagd. Vraag dus altijd of de arts je het absolute risico kan geven en/of bijvoorbeeld uitlegt met hoeveel maanden u leven gemiddeld verlengd wordt als u een jaar lang chemotherapie ondergaat. Op die manier kunt u een goede overwogen keuze maken. Als alleen de ziektevrije overleving wordt gegeven, vraag dan zeker naar de overleving. Ziektevrij betekent dat de tumor niet aan te tonen is, dit betekent niet dat er geen kanker meer in het lichaam aanwezig is. Sommige (intensieve) behandelingen verlengen namelijk wel de ziektevrije periode, maar niet de uiteindelijke overlevingsduur.
De american cancer society en uptodate (dit is wat de meeste artsen gebruiken om informatie op te zoeken) adviseren beide meer groente en fruit te eten en dierlijke producten te minimaliseren, ook nadat de diagnose kanker is gesteld. In 2007 brachten het ‘World Cancer Research Fund (WCRF)’ en het ‘American Institute for Cancer Research (AICR)’ acht aanbevelingen uit met betrekking tot lichaamsvet, fysieke activiteit en voeding gericht op het voorkomen van de meest voorkomende kankers wereldwijd. Uit onderzoek blijkt dat het grootste gedeelte van de kankergevallen voorkomen kan worden door veranderingen in levensstijl. Dit houdt in: stoppen met roken, minder (geen) dierlijke producten of bewerkte producten eten, meer bewegen, het drinken van alcohol verminderen, het eten van veel groenten en fruit en zorgen dat je geen overgewicht ontwikkeld.4,5 Ondanks dit, wordt het helaas nog nauwelijks toegepast in de praktijk.